Vandaag, 22 juni 2015, gelezen in het Noordhollands Dagblad
Onze huisadvocaat mr. Kees van der Burg zegt dit naar aanleiding van een vraag over de hoge alimentatie van een lezer, laten we hem Boris de Wild noemen. De Wild is gescheiden en moet zijn ex-vrouw twaalf jaar lang partneralimentatie betalen. ,,Mijn ex-partner heeft een riant inkomen. Ze werkt maar 24 uur in de week. Kan ik ergens eisen dat ze haar best doet om meer inkomsten te genereren?”
Advocaat Kees van der Burg merkt in zijn praktijk dat de regels rond partneralimentatie meeveranderen met de samenleving. ,,In geval van het aangaan van een huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat een wederzijdse onderhoudsverplichting”, legt hij uit. ,,Echtgenoten zijn tijdens het huwelijk verplicht om ’elkaar het nodige te verschaffen’. Eveneens na echtscheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap blijft de wederzijdse onderhoudsverplichting bestaan. Sinds de totstandkoming van de huidige wetgeving zijn de verhoudingen binnen de samenleving met betrekking tot het huwelijk natuurlijk wel enorm gewijzigd. Van een klassiek rollenpatroon tussen man en vrouw is als gevolg van de vrouwenemancipatie bijna geen sprake meer. Ook in de rechtspraak is een nieuwe ontwikkeling te zien, die niet langer alleen uitgaat van de lotsverbondenheid tussen ex-partners.”
Behoeftigheid
Volgens Van der Burg zijn twee begrippen van belang bij partneralimentatie: behoefte en behoeftigheid. Behoefte is het bedrag dat de alimentatiegerechtigde na de echtscheiding nodig heeft om in zijn/haar kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat is altijd maatwerk. Dat een gewezen echtgenoot behoefte heeft, is echter nog geen grond voor een alimentatie-uitkering. ,,Bepalend daarvoor is de behoeftigheid, dat wil zeggen: kan de alimentatiegerechtigde zelf genoeg verdienen om in het eigen levensonderhoud te voorzien? In de jurisprudentie is een kentering te zien”, zegt Van der Burg. ,,De rechter kijkt steeds meer naar de verdiencapaciteit van de alimentatiegerechtigde. Deze heeft een inspanningsverplichting om er alles aan te doen om voldoende eigen inkomen te verwerven. Uit diverse uitspraken blijkt dat de rechter steeds kritischer is op die inspanningsverplichting. De alimentatiegerechtigde moet bijvoorbeeld door middel van sollicitatiebrieven aantonen dat het ondanks zijn/haar inspanningen, niet mogelijk is om meer inkomen te verwerven. De sollicitatieplicht die aan een ww-uitkering is gekoppeld, is voor een rechter niet voldoende”, aldus mr. Van der Burg. ,,Zelfredzaamheid speelt een grotere rol en partneralimentatie beperkt zich steeds vaker tot een aanvulling als iemand echt niet in zijn/haar eigen behoefte kan voorzien. De grondslag van de lotsverbondenheid van ex-partners wordt dus steeds meer losgelaten en het is aan de alimentatiegerechtigde om de behoefte aan een bijdrage in zijn/haar levensonderhoud aan te tonen.” Dat moet hoopvol nieuws zijn voor alle Borissen de Wild in dit land.
Wetsvoorstel
Interessant is trouwens ook dat er sinds vorige week een wetsvoorstel ligt dat de duur van partneralimentatie beperkt tot de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Bij huwelijken korter dan drie jaar zou partneralimentatie zelfs vervallen.